De ondergang van Cinqo
De ondergang van Cinqo– Door Jonathan “Howls of Joy” Wolfgang Stefanovic
Een oude vijand, als met beton verankerd in Delft, was voor ons Cinqo. Het bedrijf dat als geen ander de verziekte aard van de Wyrm toonde, de valsheid en doortraptheid wist te volharden door iedere gezette stap, iedere afgehakte kop met nieuw verraad wist te weerleggen. Met verzuurde tentakels die zich als de armen van een kwal diep in de huid van Gaia verzonken, nam Cinqo Delft van ons af, stukje bij beetje. Met elk gebouw, elke flat, elk rijtjeshuis dat vastgeklinkt werd in de grond, werd de vergiftiging van Delft meer en meer een feit. Hoge penthouses en een immense invloedspiramiden waanden de Gevallen mensen zich veilig van de Verdedigers van de Wyld en de Mens, maar zij hebben ons zwaar onderschat. Waar zij bij de dood van onze Broeders dachten ons angst en wanhoop in te boezemen, vonden zij onze Woede en doorzettingsvermogen, en lust op wraak alleen maar meer gesterkt, en onze wolf-kant getrouw hebben wij de Gevallen mensen maandenlang opgejaagd. We hebben dappere pogingen gedaan de Gevallen mensen uit hun veilige hoge huizen te jagen, en meermalen hebben we onze moeite zien falen, eenmaal zelfs te veel geriskeerd en bijna de Mensen in Delft van onze Woeste natuur laten weten toen zij hun Bane-ally tegen ons gebruikten. Maar afgelopen maand, op 20 november 2005, was het geluk van Cinqo’s hoogste medewerkers en grootste voeders van haat en corruptie toch echt op. Met slim gebruik van kinfolk en contacten wisten enkele leden van het Sept van de Blauwe Pels erachter te komen waar alle hoogste medewerkers zich bevonden, en hun tot vluchten op te jagen. In een loods, gepantserd en ingebunkerd, verborgen de verraders van de Mensensoort zich. Ze grepen naar geweren, bunkerden zich in in meubilair en wisten zich eindelijk, na deze lange jacht, geen raad meer dan stand te houden op de plek die snel hun begraafplaats zou worden. Zo machtig ook als ze zich getoond hebben bij het aan touwtjes trekken van de mensensamenleving en gemeente, zo ultiem machteloos en angstig moeten ze zich gevoeld hebben. Deze mensen, wiens laatste uur geslagen had toen meer dan 20 man van het Sept van de Blauwe Pels zich buiten de loods verzameld hadden, wisten zich niets meer dan met de moed der wanhoop proberen nog enkele Garou proberen te doden voordat hun eigen dood zeker zou zijn. Na het klinken van howls van woede en wraak was het moment van strijd daar! Crinosvormen die de loods belegerden trokken de deur uit zijn hendels nadat hij met Gifts was geopend, en stuk voor stuk konden zij zich eindelijk storten op de verloren verraders. De verraders openden het vuur, en onder helse regens van kogels stortten enkele Garou ter aarde. Ook toonde de zeer sterke menselijke Bane zich weer ter plekke, hij gooide Garou die dreigden de Cinqo-mensen te bereiken terug door de loods. Ook ikzelf, in de vorme van Lupus, ving teveel kogels om te staan en stortte bloedend in, 1 of 2 meters van de barricade. Om mij heen zag ik, terwijl mijn lichaam zich langzaam herstelde van de kogels, Garou ter aarde storten, zich verbergen in de schaduwen en bij de deur verschuilen. De gecombineerde macht van de Bane en de schietende mensen leek ons even te veel te worden door de bottleneck van de te kleine deur, maar onze Garou-broeders en zusters buiten stonden niet stil! Met luid gehuil dat de nacht vulde met woede en afgrijzen bij een toon van zoveel macht, tartten zij de Bane naar buiten, geboden hem zich midden tussen de Garou te tonen om daar een immens gevecht te leveren met de Garou die nog buiten waren. Dit was waarlijk het keren van het tij! Het pack SixPack gebruikte zijn gaven om een onverwachte flankering van de mensen binnen in de loods te bewerkstelligen, waarna ik samen met hen ons eindelijk aan onze Woede te buiten konden gaan aan de verdoemde pionnen van de Defiler! Bij de dood bleef hen enkel de compleet verraste en overweldigde blik bij die hun aangemeten werd bij het zien van hun eigen ingewanden, toen Garou-klauwen deze rukten uit hun buiken! Hun schreeuwen van doodsangst en pijn werden prompt verstomd toen Garou-beten hun kelen er heel uitrukten en de lijken gorgelend in hun eigen zwarte bloed achterlieten. Zoet was de smaak van de wraak die wij eindelijk konden uiten, en bitter het bloed van de verraders. Buiten was de strijd bijna gestreden toen wij ons weer een weg naar buiten wisten te maken. Het was meteen duidelijk dat er een strijd van ongelofelijke felheid was gestreden. Vele Garou lagen al op de grond, en de Bane stond temidden van Gaia’s krijgers, nog slechts een schaduw van zichzelf na de Woede die hij al van de onaflatende massa Garou over zich heen had gehad, maar nog steeds gevaarlijk als een in een hoek gedreven zwaarverwond beest. Lang duurde het niet meer, de eens zo ontzettend krachtige Bane kon zich amper nog verweren toen een nieuwe lading Garou zich op hem storten. Het dient een eerbetoon te zijn aan de kracht en stoutmoedigheid van de stukgestreden Garou te zijn dat ik de laatste klap toebracht die de Bane ten gronde hielp, waarmee het Beleg van het Bunker gewonnen was. Twee dappere Garou lieten daar het leven, twee strijders maakten het ultieme offer. Dr. Gregorius Mann, gretige en wijze Uktena Theurge, viel in het heetst van de strijd tegen de Bane. Zo ook was het lot van Boris, Ahroun van de Heren van de Schaduw, wiens contacten cruciaal waren bij het opjagen van de Cinqo-heren, hij viel glorieus als eerste in de strijd. Aan hen de eeuwige glorie en eer die elke in de strijd gestorven Garou toekomt, bovenop de glorie en eer voor allen die daar aanwezig waren, daar waar een dynastie, een generatie van kwaad onder de mensen zijn eind vond aan de hand van het Sept van de Blauwe Pels en zijn scherpe klauwen, en onaflatende moed.