In het jaar des heres 1348

In het jaar des heres 1348 aan het hof van graaf Willem V van Holland, zeeland, Friesland en Henegouwe. 's Gravenhage.

Wearde Florris,

De toestand rond graaf Willem is erger dan we verwachten, zo als uw heeft op gedragen hebben wij ons gemeld in 's Gravenhage om te kijken of we de vermeende ziekte van de jonge graaf kunnen behandelen, maar er is ons de toegang tot de vertrekken van de graaf geweigerd. Wel is er echter een verklaring gekomen van de grafelijke herald dat de delftse heelmeesters, bedoelende ons onderzoek hebben gedaan naar de ziekte van de graaf, maar niets aan zijn toestand hebben kunnen doen. Dat terwijl ons nog geen toegang tot de graaf is verleend.

Ook wordt er al gesproken over hertog Albrecht van Beijeren de jongere broer van de graaf als zijn opvolger. Alles wijst er op dat hier vreemde zaken aan de gang zijn. Nachten hier zijn huiverig en in de umbra beginnen banes zich te verzamelen in het kasteel, zich verzamelend in de persoonlijke vertrekken van de graaf. Ze lijken iets te bewaken dat nog het meest op een groot ei lijkt. Ook verdwijnen er mensen in het kasteel.

Gaarne zou ik uw verzoeken een roedel langs te sturen om de vreemde gebeurtenissen te onderzoeken. Ik weet niet of wij hier nog zullen zijn als deze arriveren, alles lijkt er op dat het grafelijke gevolg ons zo snel mogelijk uit het kasteel verwijderd wil hebben.

Hoogachtend,

Meester Hans van Deursen

Kine aan de warder